vrijdag 11 mei 2007

Maison le moulin

Af en toe wandel ik langs een prachtig groot en oud huis bij een watermolen. En af en toe wandel ik met een groepje fransen en buitenlanders in de omgeving. Dwars door de bossen, van de paden af. Bij die groep is ook een vrouw die vertelde waar ze woonde, en daarbij wees ze naar mijn favoriete huis. Ik vroeg haar of ik haar eens mocht bezoeken. Ja, dat vond ze leuk. Zo kwam ik een tijdje later bij het oude huis, de deur stond op een kier en ik kreeg zicht op prachtige oude tegels... Plotseling verscheen er een fragile oude dame. Ik begreep mijn vergissing. Ik groette haar en vroeg naar het huis van de dame van de wandelgroep. Dat was achter haar huis, en de weg liep onderlangs. Maar ze liet me niet zomaar gaan en vroeg met een vriendelijk gezicht waar ik woonde. Ik vertelde van de oude pastorie en ze glimlachtte blij. Het was van haar jongere broer en ze wist veel over het huis. Ik vroeg haar of ik terug mocht komen. Ja, dat mocht zeker. Ik ging naar het andere huis voor mijn afspraak en dat was een kleine daglonerswoning, met huilende zigeunermeisjes aan de wand... een wonderlijk contrast. En zo stond ik een dag later weer voor het mooie huis, met een doos koekjes. De sfeer was geweldig, het was authentiek en mooi opgeknapt, met overal aparte snuisterijtjes. Een prachtige haard, waarin je op aanrechthoogte een vuurplaats hebt en waar dus ook in gekookt kan worden. Maar madame zelf was ook iemand waar je bij wilt zijn. Een oud activiste, vooral tegen de bioindustrie, nu nog in commitees tegen het ophokken van varkens. Ze trouwde met een priester, die zijn roeping voor haar opgaf. Ze reisde rond en heeft in Duitsland gewoond met haar tweede echtgenoot, ze spreekt ook goed Duits. Ik hang aan haar lippen (de woorden worden vertaald door mijn vriendin).